Tiblisi

23 september 2018 - Kvemo Kartli, Georgië

Na 2 nachtjes Gori maken we ons op om naar Tiblisi te gaan. Bekend terrein omdat we hier in mei ook al waren. Vader des huizes brengt ons naar het station in zijn smetteloze auto. We waren als eerste op een uitgestorven stationnetje. De straathonden koesteren zich in de zon. Er komen allengs meer mensen het perron op. Velen met emmers vol fruit, aardappelen, knoflook en wat dies meer zij. Het reisje met de trein duurt anderhalf uur. De welbekende verkopers lopen af en aan door het gangpad. 

Ik werk heerlijk aan het logboek en Patrick volgt door het raam de loop van de rivier de Kura.

in Tiblisi zijn we getuigen van alle mensen die hun koopwaar uit de trein op gereedstaande karren laden. Kruier is hier nog een gangbaar beroep. Een vrouwtje dat gedurende de reis naast Patrick heeft zitten slapen tovert onder haar zitplaats talloze loodzware emmers en zakken tevoorschijn. Patrick is zo lief om te helpen met uitladen. Hij tilt zich een breuk. We volgen de kruiers het station uit over het spoor. Want zij weten de weg met de minste obstakels.

Via Maps Me hebben we in de trein het Pirosmani museum gelokaliseerd. Het ligt vlakbij het station. We verheugen ons op een schoon toilet en een lekker bakkie koffie in het museumrestaurant. Wat we aantreffen is een kamer met reproducties en een slaapplaats van de onfortuinlijke schilder in een soort grote bezemkast. We wachten bij een trap in afwachting van de rest van het museum. De suppoost geeft aan dat er verder niets meer is. Okee, dat was het dan. We staan weer buiten en houden een taxi aan om ons naar het appartement te laten brengen. 

Vanuit Tiblisi gaan we de volgende dag door naar Sighnaghi met een masrutkha vanaf metrostation Samgori. Sighnaghi ligt in het Toscane van Georgië ( wijnstreek ), Kakheti. En in het museum alhier, is een grote collectie van Pirosmani te zien. Reden genoeg om er heen te gaan.

Bij het chaotische busstation moeten we anderhalf uur wachten voordat het de chauffeur behaagt om te vertrekken. Onderweg zien we veel volbeladen Lada’s met uien, meloenen en takkenbossen. Het went niet dat de Georgiëers als debielen rijden. Ze halen in op de gekste momenten. Oude mannen steken zonder op of om te kijken de weg over. Auto’s voegen in zonder rekening te houden met het achterop komend verkeer.