Het ‘ Overlook Hotel’ .

25 oktober 2018

We hebben een auto gereserveerd om wat meer van het echte Azerbeidzjan te zien. Om wat tijd te overbruggen bezoeken we het tapijtmuseum. Het gebouw heeft de vorm van een opgerold tapijt. Omdat we ons appartement verlaten hebben maken we met volle bepakking onze opwachting bij de security-mensen. We worden buitengewoon onbeschoft behandeld: ‘Phone!’, ‘bag!’ met autoritaire intonatie. Docent Patrick zegt: ‘Good morning! Your phone, please!’ Als de onbehouwen varkens volharden in hun gedrag gaat Patrick zonder bagage naar binnen om de manager van het museum te spreken. De bewaking blijkt in handen van externe politie. Toch spreekt de manager de beveiligers toe en we doen een nieuwe poging. De boodschap is overgekomen. We worden een stuk vriendelijker bejegend. Het museum is zeer de moeite waard, gelukkig. We zien de meest prachtige tapijten uit verschillende perioden en streken. Kelims hebben absoluut mijn voorkeur in tegenstelling tot de dikke wollen kleden. In vitrines liggen onder andere slobsokken met bijzondere patronen. Ik weet van gekkigheid niet waar ik kijken moet. Zadeltassen, kussens, mutsjes en geldbuidels om van te watertanden. Patrick neemt foto’s van kleden met ‘verhalende afbeeldingen’. In de museumwinkel is van alles te koop voor veel geld. Maar behalve een paar kaarten is er voor ons niets bij. Ik hoopte natuurlijk het ultieme kussen te vinden. We verlaten het museum omdat het tijd is om de huurauto op te halen.De beveiligers wensen ons a nice day!
Een uur later rijden we met onze Nissan X Trail, Bakoe uit. Volgens de Lonely Planet is autorijden in Bakoe ‘bamboozling’. We zijn nog maar net weg of we worden door de politie aangehouden. Bizar. Vooral omdat we voor vertrek uitgebreid met de verhuurder gesproken hebben over een fikse ‘ deposit’ om eventuele bekeuringen mee te bekostigen. Het lijkt wel een set up. We weten niet wat de reden is geweest van de aanhouding. De agent verzocht alleen om het rijbewijs en wilde weten waar we vandaan kwamen. Toen konden we weer gaan. De route richting Quba is saai. Patrick moet verduiveld opletten omdat er overal snelheidsbeperkingen zijn met camera’s en radarcontroles. We verlaten de snelweg en rijden op een soort B-weg naar Altiagac, gelegen in een Nationaal Park in de bergen. Het asfalt, een bijproduct van de olieverwerking, is prima. We zien berghellingen in alle bruintinten bespikkeld met schapen en moeten een keer stoppen voor een kudde (?) kalkoenen. De zon schijnt door hun lellen. Ook kalkoenen kunnen gehoed worden door een herder. Er passeert een Volga die volledig afgevuld is met perziken. In Altiagac hebben we een onderkomen geboekt dat op de website lijkt op het ‘Overlook Hotel’ uit ‘The Shining’.  De werkelijkheid is nog doller. We moeten de X-Trail parkeren in een gigantische loods en worden opgehaald door een golfkarretje. We sturen alleen de bagage mee en lopen zelf naar de receptie. Het ‘Overlook Hotel’ blijkt niet voor ons bestemd. Dat is voor V.I.P.’s. Wij moeten genoegen nemen met één van de vele bijgebouwen. De receptionist, een soort Abeltje, laat ons de mogelijkheden van het complex zien: een dierentuin, een indoor-zwembad met sauna, een fitness-ruimte met instructeur, een wellness-centrum, een bowlingbaan en een restaurant. Ik maak een afspraak voor een gezichtsbehandeling en de dienstdoende dame opent een vrieskist met hertegeweien. Daar wordt bouillon van getrokken voor het masker. We hebben het zwembad en de sauna voor onszelf en zijn vervolgens op het restaurant aangewezen. We zijn de enige gasten. De maaltijd tart iedere beschrijving: sla zonder dressing, droog brood, 4 plakjes kaas, een schaaltje yoghurt en 2 gefrituurde diepvriesvissen compleet met kop en staart. We krijgen een handgeschreven nota met het astronomische bedrag van 69 Manat. Aan de hand van de menukaart komen we niet verder dan 29,50 en Patrick legt 33 Manat op tafel (inclusief 10% servicekosten). De ober komt vervolgens met een digitale rekening van 43 Manat. Dit weigeren we ook en Patrick maakt enorme stampij. In een mum van tijd staan er 9 man om hem heen. De manager komt op het kabaal af en gedrieën bespreken we de gang van zaken, zonder de 9 pottenkijkers. De Duits sprekende manager beaamt dat het in Azerbeidzjan vaak voorkomt dat slechtbetaald personeel probeert buitenlanders af te zetten. Hij is nog maar een maand in het ‘Overlook Hotel’ met zijn gezinnetje en de winter moet nog komen...


 

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade

Foto’s