Juta

14 oktober 2018 - Tbilisi, Georgië

We willen graag naar de Trusovallei. Het hittepetitje met een roze zonnebril op haar neus van het toeristenbureau geeft aan dat we morgenochtend om 10 uur op de stoep moeten staan. Er zijn zojuist nog 2 mensen geweest die dezelfde wens hebben . We kunnen dan een Delica delen voor 100 lari. Klinkt goed. We zijn er morgen! Zo gezegd zo gedaan. Om 9.45 uur zijn we terug bij het kantoortje waar het bulkt van de mensen. Er is geen Delica meer vrij. We druipen af als geslagen honden. Ik opper om bij een ander bureau ons geluk te beproeven. Daar staan drie Koreanen die  Juta willen bezoeken, een dorpje zo’n 15 kilometer verderop. We stellen ze voor hun plannen te wijzigen maar dat zijn ze niet van plan. We dralen rond op zoek naar andere potentiële Trusogangers maar krijgen nul op rekest. Het voelt als bedelen. Ondertussen heb ik van twee jongelui vernomen dat Juta ook zeer de moeite waard moet zijn. Wij gooien onze plannen om en sluiten ons alsnog aan bij de Koreanen. De Delica vertrekt. Door de Sno vallei rijden we via een zeer slechte weg waar hard aan gewerkt wordt de bergen in. Uit het raam blikken we over de rand waar in de diepte een rivier stroomt. We vinden allebei Kazbegi  veel mooier. Waarom moesten we zo nodig de hort op? Dit gevoel wordt versterkt als we Juta zien. Een aantal huizen op een kluitje. That’s it. We zien toeristen allemaal dezelfde kant opgaan. Wij, dwars als we zijn kiezen dan juist voor een ander pad. Daar is  Iemand. We gaan lekker in de zon in het gras zitten en kijken vanaf grote hoogte naar de mannen die aan de weg werken. Jammer dat we niets te lezen hebben meegenomen. Daar hadden we mooi de tijd mee kunnen vullen totdat we terug gaan om drie uur. Na een half uurtje staan we op en lopen een stukje verder. We hebben veel te snel geoordeeld. Voor ons strekt zich een onwijs mooie vallei uit.  Er kronkelt een eindeloos pad. We kunnen niet wachten om deze te volgen. De rivier schittert en de vergezichten zijn adembenemend. Er groeien duizenden uitgebloeide  berenklauwen in het weidse grasland. Hoe prachtig zal het hier in het voorjaar ook zijn ? We wandelen tussen de koeien en volgen met onze ogen de andere wandelaars en hikers. We ontmoeten een Hollander. Hij is gisteravond om acht uur uit Amsterdam vertrokken en loopt nu met een Engelstalige gids door deze vallei. Ze willen in 9 dagen met volle bepakking op hun rug naar Shatili. Een ideale manier om het overvolle hoofd leeg te maken. De gids zegt dat het in deze tijd van het jaar al kan sneeuwen. De zon is een cadeautje. De vallei is helemaal ingericht op hikers. We zien onder andere fancy berghutten waar je voor veel geld een kamer kunt huren. Bij een ‘ caravanserai’  strijken wij op de terugweg neer om in een strandstoel van deze bijzondere omgeving te genieten voordat we de afdaling naar het nietszeggende dorp inzetten waar de Delicachauffeur geduldig op ons staat te wachten. We eindigen deze heerlijke dag op het terras van het Roomshotel waar de Koreanen een kamer hebben. Morgen reizen we af naar Tiblisi van waaruit we nieuwe plannen gaan maken. Waarschijnlijk met de trein naar Poti aan de Zwarte Zee nu het weer nog lekker is.....

Foto’s